Over een ‘perfecte timing’ gesproken. Op vrijdag 13 maart werd een eerste optreden gecanceld, net als de rest van onze voorjaarstournee en festivals. Net na de release van een nieuw album. Een investering die energie en geld kostte, het water in. Met een band en crew, een grote muzikale familie, zonder werk. Zonder geplande inkomsten, zonder perspectief. Op afstand dan nog, als huidgehongerde mensen. Een financiële en mentale klap. Voor een volledige sector. Nog steeds.
Op persoonlijk vlak kon de timing moeilijk beter. Een geluk bij een ongeluk. Geduld is allesbehalve één van mijn kwaliteiten, daar hoef je niet voor rond te vragen. Ik had geen tijd om na te denken. Om me suf te staren op een lege agenda. Als een kip zonder kop op zoek naar oplossingen. Neen, ik moest aan de slag. Ik kon me nuttig maken. Voor mijn collega’s. Voor onze sector. Oef!
In mijn Gent dat ik zo goed dacht te kennen, bleek men in staat me te verrassen. De positieve dynamiek binnen de vele werkgroepen van het Kunstenoverleg, de solidariteit tussen de culturele spelers, de bereidheid om naar elkaar toe te groeien, de bezorgdheid over de toekomst van de kunsten en dan specifiek de kunstenaar, … die ingesteldheid zal me altijd bijblijven en zal steeds gelinkt zijn aan dit jaar ‘corona’. Als referentie ook. Wat in deze tijden kan, moet voor altijd kunnen, punt.
Je zou denken dat ik overdrijf -tenslotte is het mijn rol om me als coördinator verbindend en constructief op te stellen- maar laat acties als de Gentse Cultuurzomer, Zomersalon: Buy Local, Covitesse 6, … u van antwoord dienen. De solidariteit is er, en groeit elke dag. Exponentieel. Ook binnen kabinetten en diensten van onze stad. Om voorzichtig maar gedecideerd ons open platform en onze sector te omarmen. Om samen te werken. Om de rol van de kunsten te erkennen en een essentiële plaats te geven in onze samenleving. Tot diep in de nerven van de wijken.
Een jaar nu al. “Wat vliegt de tijd als ge u engageert.” Af en toe naar adem happend, als in een lange spurt. Maar meestal vollen ’tsjoep’ vooruit. Met een grote bende gelijkgestemde zotten. Ik dacht dat ik, als slaaf van mijn enthousiasme, een vijs los had zitten, maar ik nodig u uit: ‘Kom eens langs in de cultuursector!’. De grote groep mensen die zich dag en nacht dubbelplooien om bergen te verzetten, is immens. En al blijkt dat ‘bergen verzetten’ soms maar een ‘steentje verleggen’, wees gewaarschuwd. We’re on a mission!
Ook in de ‘lobby’ wordt gestreden voor elke millimeter resultaat. De Crisiscel Cultuur (waar ik sinds vorige zomer deel van uitmaak) blijft, ondanks de golfbewegingen, strijdvaardig. Met bijgestuurde protocollen in de hand, met het hart op de tong. Ondanks begrip bij beleidsmakers en virologen, vaak van het kastje naar de muur, en terug. Het voelt als schreeuwen, tegen de wind in. Schor gezongen, maar steeds luider. Zoals de ‘worksongs’ tijdens hard labeur. Als je ons zoekt, luister goed. Daar in de branding. Daar huist de lobby.
De noodzaak is groot. De situatie is alarmerend. Dat kunstenaars en cultuurwerkers beroep moeten doen op voedselbedeling, dat een deel van de oudere generatie in onze sector -ook deel van de risicogroep- in de armoede terechtkomt, is onaanvaardbaar. Bovendien moeten we gefrustreerd toekijken hoe psychische en maatschappelijke problemen groeien. Als zorgverleners van het mentale en experten in crowd control kijken we werkloos toe. We willen helpen op het slagveld, maar we mogen niet. Frustrerend. ‘Please, don’t let me be misunderstood’.
In Gent is het thuiskomen, telkens weer. Rust in de chaos. Creatief in de mèrde. Scheef in de shit. Met een hoek af. Wanneer de knaldrang het overneemt. Een versnelling door een wild idee, een 6de Gentse vitesse. Een enthousiasme waarvan je weet dat ze niet meer te stoppen is. Een positieve aanval op de malaise.
Een interGentie, zo werd dat besmettelijk gevoel gedoopt. Die weerbarstigheid om van deze klote periode toch nog iets moois te maken. Gesteund door een immens geloof dat wij als geen ander feesten kunnen, en de geleden schade dubbel en dik zullen wreken, al dansend. Bestond er een wereldkampioenschap ‘Vieren van een ramp’, we waren op voorhand kampioen. Laat ons die gedachte omarmen. Als een geluk bij een ongeluk.
Santé, tot snel, tot tegen mijne gilet!
Sioen
– Met grote dank aan het Petit Comité van GKO en de vele medestanders bij de werkgroepen. Eindeloos respect en dank aan de leden van Crisiscel Cultuur. Dank voor het vertrouwen. –